hij - huls
- hij
- hij aardt naar zijn vader
- hij achtte het niet gewenst het gesprek langer voort te zetten
- hij achtte het noodzakelijk iets te doen
- hij ademde de frisse lucht met volle teugen in
- hij antwoordde bevestigend
- hij antwoordde met grote gewichtigheid
- hij antwoordde wat hem voor de mond kwam
- hij bakt altijd zelf brood
- hij barst van de poen
- hij beantwoordt niet aan het signalement
- hij bediende zich van leugens
- hij bedoelt/meent het goed
- hij beefde over al zijn leden
- hij begint al flink af te takelen
- hij begint al te bruinen
- hij begint al wat te brabbelen
- hij begint pas
- hij begint steeds opnieuw
- hij begint tot de ontdekking te komen dat het zo niet langer kan
- hij begint wat menselijker te worden
- hij begint wat te ontdooien
- hij begon achterdocht te krijgen
- hij begon de greep op zijn volgelingen te verliezen
- hij begon er direct van te eten
- hij begon ineens te huilen
- hij begon met Frans
- hij begon met te zeggen …
- hij begon onbedaarlijk te lachen
- hij begon ongeduldig te worden
- hij begon te kwijnen
- hij begon zomaar te schieten
- hij begreep de wenk
- hij begrijpt het nog steeds niet
- hij behoort niet tot de vlugsten
- hij behoort tot de betere leerlingen
- hij bekende dat hij medeplichtig was
- hij bekleedt daar een leidende functie
- hij belandt nog eens in de gevangenis
- hij belde de halve stad af om een taxi